NRC Handelsblad landelijk dagblad
05-06-2001
Citaat uit artikel over tentoonstelling Nederlandse realisten in de Kunsthal (Rotterdam) van Sandra Heerma van Voss. …….. Joke Frima (1952) is een fijnschilder, die op haar olieverven met fotografische precisie op groene gewassen inzoemt. Pompoenplanten, klimop, maïshalmen en lotusbladeren, veel meer is er niet. Dankzij het lage perspectief -Frima lijkt zelf zowat in het gras te liggen – kruip je snel diep in deze stillevens weg, en verzin je kruippaadjes door het gebladerte. Je kunt erin op pad als een dicht gegroeide jungle. Hier kan geen foto tegenop.
Naoorlogse realisten in de Kunsthal
Telegraaf 29 – 5 – 2001
Door Paola van der Velde – Citaat
“…….Frima bezingt middels planten en stillevens de eenvoudige schoonheid van de natuur. Verdorde bladeren symboliseren de dood, zonovergoten maïsstengels en pompoenen de vruchtbaarheid en het leven. ………………
De natuur is dood – Lang leve de natuur
Stadsmuseum IJsselstein
Citaat uit catalogus van deze tentoonstelling december 2002 tot februari 2003
… In de vorm van natura morte worden stillevens met als thema de vergankelijkheid van het leven en de dode natuur getoond. Kunstenaars die dit soort stillevens vervaardigen zijn onder andere Joke Frima, Raoul Hynkckes en Ben Rikken. ……….. ….. Net als Rikken vindt Joke Frima in de natuur een eindeloze bron van inspiratie.
Zij verenigt in haar oeuvre zowel natura morte , als landschap. In het stilleven De Drie Gratiën heeft Frima drie pompoenen uit hun natuurlijke omgeving gehaald. Door de compositie zijn de eenvoudige pompoenen het symbool geworden voor de personificatie van gratie en schoonheid….. ….. Door haar oog voor detail en perspectief vraagt zij aandacht voor hetgeen wij normaliter over het hoofd zien. …….
De eeuwen kijken mee
Ileen Montijn*)
……Weer andere kunstenaars lijken volstrekt onbevangen, met koel registrerende blik, de wereld en de natuur weer te geven. Joke Frima bijvoorbeeld, met haar grote bladerschilderijen zoals Zomer. Een onvoorbereide toeschouwer zal aan foto`s denken, zo scherp – realistisch zijn ze geschilderd. Maar wat er zelf zo fantastisch aan vind, is dat zij tegelijk in een eeuwenoude traditie van verdure staan, een traditie die begon met Middeleeuwse wandkleden, waarop nauwgezet gebladerte was afgebeeld. Alleen groen geen horizon, nauwelijks perspectief, en geen enkele verwijzing naar een mens of een verhaal. De verdure is door de eeuwen heen blijven bestaan als een van de abstractste vormen van figuratieve schilderijen. In de collectie van dit museum zijn twee twintigste-eeuwse varianten op het verdure-thema, een stukje Duingrond van Wim Schumacher en Woeste Grond van Wout van Heusden..
Dat Joke Frima zich zeer wel bewust is van de traditie, valt indirect af te lezen uit het feit dat zij ook een ander oud thema uit de kunstgeschiedenis heeft geschilderd. Het gaat om de hangende groente: drie pompoenen, die aan touwtjes zijn opgehangen en die zij De Drie Gratien heeft genoemd (wat op zichzelf weer een toespeling op een klassiek thema is. Die pompoenen verwijzen naar stillevens van Sánches Cotán, een Spaanse schilder van omstreeks 1600, die grote kolen en kweeperen ophing aan touwtjes, en een meester was in het schilderen van bleekselderie. Het klinkt onzinnig, net zoals je het minutieus schilderen van polletjes onkruid of van een meer dan levensgrote maïshalm onzinnig kunt noemen. Maar juist met het doen van iets onzinnigs, welbewust en doordacht, bereikt een kunstenaar soms iets onvergetelijks. *)Ileen Montijn is historica en schrijfster. Zij publiceert regelmatig in Kunstschrift, en heeft een twee wekelijkse column in NRC Handelsblad.
HP/ DE TIJD
25 -5- 2001
Diederik Kraaijpoel
Tekst onder reproductie van de ontvanger:
Joke Frima: De ontvanger. 1996. Joke Frima is meer geboeid door bladeren dan door bloemen. Daar kan ik inkomen. Zo`n groot blad is aan de bovenkant zacht, maar daaronder zitten stevige nerven die de trechtervorm overeind houden. Deze twee functies worden hier perfect verbeeld. Stofuitdrukking heet dat, en terecht. Met nabootsen kom je er niet,je moet uitdrukken. Symboliek ontbreekt, want de wonderbaarlijke natuur zit zelf al vol betekenis. Toch kan dit niet rechtstreeks naar de natuur geschilderd zijn, want dan had Joke met haar ezel in een kuil moeten gaan zitten. Dus liever schetsen en foto`s maken, en dan in het atelier herscheppen.
Rotterdams Dagblad 18-05 – 2001
Dolf Welling
Citaat: ……De schilderijen van Joke Frima brengen een maisveld en veldjes met planten dicht onder het oog…….